Vasculaire calcificatie bij chronische nierschade

Door op 08-09-2017
  • 00Inleiding
  • 01Pathofysiologie
  • 02Vaatcalcificaties
  • 03Diagnostiek
  • 04Therapie
  • 05Reacties (0)

Samenvatting

Vaatcalcificaties bij chronische nierschade kunnen optreden in het kader van CKD-MBD. Hierbij is sprake van een verstoorde bot- en mineraalhuishouding, waarbij de delicate balans tussen remmers en promotoren van calcificaties verstoord is geraakt ten gevolge van een uremisch milieu. Uiteindelijk kan een cascade op gang gebracht worden die leidt tot actieve botvorming in de vaatwand en neerslaan van calciumfosfaatkristallen in intima of media. Calcifylaxie met pijnlijke ulcera in de huid ontstaat door calciumdeposities in arteriolen. De behandeling kent diverse aangrijpingspunten, waarbij gestreefd wordt naar het vermijden van hyperfosfatemie, een positieve calciumbalans, een sterk verhoogd of verlaagd PTH en hypovitaminose D. Door het tegengaan van vaatcalcificaties kan de prognose van de patiënt met nierfalen gunstig beïnvloed worden.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Dam, B. van
Thema Nascholingsartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 8 september 2017
Editie FocusVasculair - Jaargang 2 - editie 3 - Editie 3, 2017

Leerdoelen

  • Patiënten met chronische nierschade hebben een verhoogd risico op atherosclerose en arteriosclerose als gevolg van calcificaties in respectievelijk atherosclerotische plaques en media van elastische arteriën.
  • Chronic kidney disease-mineral and bone disorder (CKD-MBD) is een syndroom dat bestaat uit ontregelde mineraalhuishouding, botstoornissen en vaatcalcificaties, fenomenen die onderling samenhangen.
  • Centraal in het calcificatieproces staat de differentiatie van gladde spiercellen tot osteoblasten in de vaatwand onder invloed van hyperfosfatemie.
  • CT-calciumscore en laterale aortafoto hebben een plaats in het kwantitatief vervolgen van vaatcalcificaties.
  • Hyperfosfatemie moet bestreden worden door beperking van snel resorbeerbaar fosfaat in voeding en frisdrank in combinatie met niet-calciumhoudende fosfaatbinders.