Vaatlijden en cardiale autonome neuropathie bij type 1 diabetes mellitus

Door op 01-06-2017
  • 00Inleiding
  • 01Pathofysiologie van schade door hyperglykemie en hypoglykemie
  • 02Insulinedeficiëntie en -resistentie
  • 03 
  • 04Atherogene diabetische dyslipidemie
  • 05Macrovasculaire complicaties van microvasculaire schade
  • 06Genetica
  • 07Diagnostische mogelijkheden voor (subklinische) macrovasculaire pathologie
  • 08Behandeling
  • 09Conclusie
  • 10Reacties (0)

Samenvatting

Type 1-diabetes (DM type 1) kent een verhoogde morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van cardiovasculaire problematiek vergeleken met de normale populatie. Een goede regulatie van de bloedglucoses vermindert het risico op macrovasculaire complicaties, maar ook dan blijft het risico verhoogd. Dit is een gevolg van de directe en indirecte effecten van hyper- en hypoglykemie op de vaatwand, maar ook van dyslipidemie bij zowel hypo- als hyperinsulinisme. Ook microvasculaire complicaties dragen direct bij aan het risico. Naast algemeen bekende diabetische nefropathie en diabetische retinopathie wordt de frequent voorkomende risicofactor (cardiale) autonome neuropathie niet altijd tijdig herkend. Voor het nastreven van normoglykemie is intensieve glucoseregeling mogelijk door het toepassen van de nieuwe mogelijkheden voor het toedienen van insuline. Daarnaast is bij individuele patiënten met type 1-diabetes de glucoseregulatie mogelijk te optimaliseren met het gebruik van incretines, in de vorm van GLP-1-analogen of biguaniden. Ten slotte kan lipidenverlagende medicatie hart- en vaatziekten door atherosclerose bij DM type 1-patiënten voorkomen.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Bovenberg, S.A.
Mul, D.
Aanstoot, H.J.
Thema Nascholingsartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 1 juni 2017
Editie FocusVasculair - Jaargang 2 - editie 2 - Editie 2, 2017

Leerdoelen

  • Patiënten met type 1-diabetes (DM type 1) hebben een verhoogd risico op macrovasculaire complicaties, ook bij een goede glucoseregulatie.
  • Zowel hyper- als hypoglykemie, hyperinsulinemie, dyslipidemie als microvasculaire complicaties dragen bij aan hart- en vaatziekten (HVZ) bij patiënten met DM type 1.
  • Cardiale autonome neuropathie kan het best worden herkend aan tachycardie in rust en is onder andere geassocieerd met het optreden van een stil myocardinfarct.
  • Atherogene diabetische dyslipidemie wordt in de hand gewerkt door zowel insulinedeficiëntie als hyperinsulinemie en wordt gekenmerkt door een hoog apoB-gehalte.
  • Cardiovasculair risicomanagement inclusief optimale glucoseregulatie en een statine is van groot belang om premature HVZ bij DM type 1 te voorkomen.