Type 1-diabetes (DM type 1) kent een verhoogde morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van cardiovasculaire problematiek vergeleken met de normale populatie. Een goede regulatie van de bloedglucoses vermindert het risico op macrovasculaire complicaties, maar ook dan blijft het risico verhoogd. Dit is een gevolg van de directe en indirecte effecten van hyper- en hypoglykemie op de vaatwand, maar ook van dyslipidemie bij zowel hypo- als hyperinsulinisme. Ook microvasculaire complicaties dragen direct bij aan het risico. Naast algemeen bekende diabetische nefropathie en diabetische retinopathie wordt de frequent voorkomende risicofactor (cardiale) autonome neuropathie niet altijd tijdig herkend. Voor het nastreven van normoglykemie is intensieve glucoseregeling mogelijk door het toepassen van de nieuwe mogelijkheden voor het toedienen van insuline. Daarnaast is bij individuele patiënten met type 1-diabetes de glucoseregulatie mogelijk te optimaliseren met het gebruik van incretines, in de vorm van GLP-1-analogen of biguaniden. Ten slotte kan lipidenverlagende medicatie hart- en vaatziekten door atherosclerose bij DM type 1-patiënten voorkomen.
Auteurs |
Bovenberg, S.A.
Mul, D. Aanstoot, H.J. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 1 juni 2017 |
Editie | FocusVasculair - Jaargang 2 - editie 2 - Editie 2, 2017 |