Urinezuurverlagende therapie

Door op 07-12-2016
  • 00Inleiding
  • 01Urinezuurbalans
  • 02Primaire hypertensie
  • 03Diabetes type 2
  • 04Chronische nierschade
  • 05Hart- en vaatziekten
  • 06Urinezuurverlagende behandeling
  • 07Conclusie
  • 08Reacties (0)

Samenvatting

Hyperurikemie komt veel voor en leidt niet alleen tot jicht, tophi en nierstenen, maar is ook een risicofactor voor hypertensie, (pre)diabetes, chronische nierschade en hart- en vaatziekten. Een urinezuurconcentratie boven de 0,36 mmol/l kan al reden zijn voor een leefstijladvies dat bestaat uit afvallen bij overgewicht en een zout-, purine- en fructosearm dieet. Urinezuurverlagende farmacotherapie is aangewezen bij patiënten met recidiverende jichtaanvallen, tophi en urinezuurnierstenen en mogelijk ook bij hypertensie en chronische nierschade. De xanthine-oxidaseremmers allopurinol en bij intolerantie hiervoor febuxostat zijn, bij titratie naar een streefwaarde van 0,3 mmol/l, effectief in het verlagen van urinezuur, het voorkomen van uraatdepositieziekten, het behoud van nierfunctie en mogelijk als cardiovasculaire protectie. Alertheid voor het potentieel gevaarlijke allopurinol hypersensitivity syndroom (AHS) is geboden. Het complementaire uricosuricum benzbromaron is ook effectief bij jicht en tophi, maar kan bij een hoge urinezuuruitscheiding steenvorming luxeren. Voor controle en aanpassing van therapie kan gebruikgemaakt worden van de fractionele urinezuurexcretie. Colchicine of NSAID’s zijn in de eerste drie tot zes maanden van de urinezuurverlagende behandeling nodig om jichtopvlammingen te voorkomen.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Sijpkens, Y.W.J. ,
Thema Nascholingsartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 7 december 2016
Editie FocusVasculair - Jaargang 1 - editie - Editie 4, 2016

Leerdoelen

  • Jicht komt veel voor en is sterk geassocieerd met adipositas, hypertensie, chronische nierschade.
  • Urinezuurverlagende therapie is geïndiceerd bij recidiverende jichtaanvallen, tofi, urinezuurnierstenen en mogelijk ook bij patiënten met hypertensie en chronische nierschade en een urinezuurconcentratie boven de 0,5 mmol/l.
  • Urinezuurverlagende therapie hoort minimaal getitreerd te worden naar een urinezuurstreefwaarde van 0,36 mmol/l dan wel lager dan 0,30 mmol/l bij tophi.
  • Bepaling van urinezuur en creatinine in 24-uursurine of ochtendurine voor een fractionele urinezuurexcretie kan ondersteuning geven bij het maken van behandelkeuzes.
  • Allopurinol kan het beste in lage dosis (50-100 mg) gestart worden en elke vier weken verhoogd worden onder een paraplu van colchicine gedurende zes maanden om opvlamming van jicht te voorkomen.
  • Bij intolerantie voor allopurinol zijn de xanthine-oxidaseremmer febuxostat en het uricosuricum benzbromaron goede alternatieven.