Trombolyse bij acute longembolie

Longembolisatie kent een sterk variabele klinische presentatie van pijn vastzittend aan de ademhaling en dyspnoe tot shock en plotselinge dood. Patiënten met hemodynamische instabiliteit die langer dan een kwartier  aanhoudt hebben een groter risico om te overlijden. Een acute  rechtsbelasting, hoewel niet geassocieerd met de hoeveelheid  trombusmassa, speelt een centrale rol in de pathofysiologie. Bij grote  verdenking op massale longembolieën wordt in deze setting aanbevolen om direct 5000 E heparine intraveneus toe te dienen, omdat LMWH  subcutaan pas na vier uur volledig werkzaam is. Indien mogelijk vindt spoeddiagnostiek plaats door middel van CT-angiografie met  transthoracale echografie als alternatief. Na bevestiging van de diagnose, of in een levensbedreigende noodsituatie, is trombolyse aangewezen.  Hiervoor zijn diverse middelen beschikbaar, waarvan een bolus alteplase 10 mg, gevolgd door 90 mg intraveneus in twee uur het meest wordt  gebruikt. Een klein gerandomiseerd onderzoek uit het verleden geeft voor  dit beleid onderbouwing, terwijl de meerwaarde van trombolyse niet is  aangetoond bij ontbreken van hemodynamische instabiliteit. Vanwege het  verhoogde bloedingsrisico wordt in aansluiting op trombolyse het beter  coupeerbare ongefractioneerde heparine toegediend, totdat in stabiele  situatie gestart kan worden met een DOAC.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren