Trombo-embolische complicaties bij minimal change nefropathie

Het nefrotisch syndroom (NS) is een klinisch syndroom gekenmerkt door oedeem, hypoalbuminemie, hypercholesterolemie en proteïnurie. Van de primaire oorzaken komt membraneuze nefropathie het meest voor bij volwassenen, gevolgd door focale segmentale glomerulosclerose (FSGS) en minimal change nefropathie (MCN). MCN onderscheidt zich klinisch door het snelle ontstaan van het NS, soms samengaand met een acute nierinsufficiëntie en een goede renale prognose, ondanks het recidiverende karakter. Het NS gaat gepaard met een verhoogd risico op trombo-embolieën, met name veneus (VTE), maar ook arterieel. De kans op een VTE bij het NS wordt bepaald door de algemene risicofactoren, de onderliggende nierziekte en de ernst hiervan. Van de primaire glomerulopathieën heeft membraneuze nefropathie het hoogste risico op VTE. De behandeling van VTE bij NS-patiënten verschilt niet van de reguliere behandeling volgens de vigerende richtlijnen. Bovenal dient de clinicus alert te zijn op het vóórkomen van VTE bij NS-patiënten, omdat de incidentie hoog is en effectieve therapie beschikbaar is.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel:

  • is uw alertheid verhoogd op het vóórkomen van trombo-embolie bij minimal change nefropathie;
  • begrijpt u de pathofysiologie van trombo-embolie bij het nefrotisch syndroom;
  • onderkent u het belang van preventie van trombo-embolie bij nefrotisch syndroom.