Optimale diagnostiek van primair hyperaldosteronisme

Door op 18-12-2017

Primair hyperaldosteronisme (PHA) is de meest voorkomende vorm van secundaire hypertensie. De volgorde van diagnostiek begint met het biochemisch vaststellen van een autonome aldosteronproductie gevolgd door aanvullend onderzoek of het een bijnieradenoom dan wel bilaterale hyperplasie betreft. Dit is relevant, omdat een functioneel adenoom geopereerd kan worden met kans op genezing. De biochemische diagnostiek wordt al gecompliceerd door gebruik van antihypertensieve medicatie met invloed op de renine- en aldosteronspiegel. Het medicatieregime dient dan eerst te worden aangepast. De richtlijn van de Endocrine Society uit 2016 biedt een stappenplan dat echter onvoldoende gefundeerd is door goede onderzoeksgegevens. Voor het onderscheid tussen adenoom en hyperplasie wordt aanbevolen een bijniervenesampling te verrichten, wat een technisch moeilijk, duur en niet goed gestandaardiseerd onderzoek is met beperkte beschikbaarheid. De recente, gerandomiseerde SPARTACUS-studie laat geen duidelijk voordeel zien van een beleid gebaseerd op een bijniervenesampling in vergelijking met behandelen op basis van de CT-scan. Beide benaderingen hebben hun beperkingen. Een beleid op basis van een CT-scan is aanvaardbaar, AVS blijft aangewezen bij bilaterale CT-afwijkingen of beiderzijds normale bijnieren en sterke biochemische verdenking op PHA. 

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Deinum, J.
Thema Topartikel
Publicatie 18 december 2017
Editie FocusVasculair - Jaargang 2 - editie 4 - Editie 4, 2017