Het APOE-gen en familiaire dysbètalipoproteïnemie

Een nieuwe variant in het APOE-gen: is er sprake van familiaire dysbètalipoproteïnemie?

Door op 01-09-2022
  • 00Introductie
  • 01Klinische kenmerken FD
  • 02Pathofysiologie
  • 03Diagnose
  • 04Causale relatie met FD: uitgebreide methode
  • 05Causale relatie met FD: pragmatische methode
  • 06Discussie
  • 07Reacties (0)

Samenvatting

Familiaire dysbètalipoproteïnemie (FD) is geassocieerd met een pathologische stapeling van ‘remnant’-cholesterol en erft in de meeste gevallen recessief over. In ongeveer 10% van de gevallen is de overerving autosomaal dominant. Next-generation sequencing wordt steeds vaker gebruikt bij patiënten met zeldzame lipidenafwijkingen. Hierbij worden ook nieuwe varianten in het APOE-gen gevonden. De vraag is of deze varianten causaal gerelateerd zijn aan FD. In dit artikel worden twee methodes voorgesteld om deze vraag te beantwoorden. De eerste is de uitgebreide methode, waarbij moet worden vastgesteld of 1) de variant pathogeen is; 2) er een relatie met FD is door middel van functionele in-vitro- en/of in-vivo-onderzoeken; en 3) of er sprake is van het dysbètalipoproteïnemie fenotype in verschillende, niet-verwante patiënten met dezelfde variant. De tweede methode is de pragmatische aanpak, die kan worden gebruikt voor individuele patiënten om beslissingen te nemen over behandeling, follow-up en genetische counseling.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Heidemann, B.E.
Koopal, C.
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 1 september 2022
Editie FocusVasculair - Jaargang 7 - editie 3 - Editie 3, 2022

Leerdoelen

Na het bestuderen van dit artikel:

  • weet u dat familiaire dysbètalipoproteïnemie de op één na meest voorkomende vorm van monogenetische dyslipidemie is;
  • weet u dat voor het stellen van de diagnose familiaire dysbètalipoproteïnemie er zowel een specifiek genotype als specifiek lipidenfenotype aanwezig moet zijn;
  • weet u dat varianten in het APOE-gen zijn geassocieerd met verschillende soorten dyslipidemieën en andere (niet-lipidengerelateerde) aandoeningen;
  • weet u dat het lipidenfenotype van FD in de klinische praktijk lastig te achterhalen is, maar dat met behulp van apoB, zoals bij de non-HDL-cholesterol/apoB-ratio, een goede inschatting gemaakt kan worden;
  • weet u op welke manier de causale relatie tussen een variant in het APOE-gen en familiaire dysbètalipoproteïnemie kan worden vastgesteld.