Het posttrombotisch syndroom (PTS) komt veelvuldig voor en wordt gediagnosticeerd bij bijna de helft van alle patiënten die een diepveneuze trombose doormaakten. Het betreft een combinatie van verschillende chronische symptomen en klinische verschijnselen, zoals pijn en oedeem. Deze aandoening wordt veroorzaakt door lokale veneuze hypertensie in een samenspel van obstructie, valvulaire reflux en vaatwandfibrose ten gevolge van de trombose. De diagnose mag pas een halfjaar na de trombose gesteld worden. Bij gebrek aan een gouden standaard is de diagnostiek gebaseerd op een klinische score. De voorkeur gaat uit naar de villalta-score, die op twee opeenvolgende momenten verhoogd moet zijn om de diagnose betrouwbaar te kunnen stellen. De klachten zijn irreversibel en huidige behandelingen beperken zich tot symptoombestrijding. Bijgevolg ligt de focus op preventie, waarin elastische compressietherapie centraal staat. Patiënten met PTS ervaren een sterke afname in levenskwaliteit en hebben hoge zorgkosten. Dit geeft de behoefte aan verder onderzoek aan om deze moeilijk behandelbare patiëntengroep te kunnen helpen.
Auteurs |
Iding BSc, A.F.J.
ten Cate-Hoek MD PhD MSc, A.J. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 17 september 2019 |
Editie | FocusVasculair - Jaargang 4 - editie 3 - Editie 3, 2019 |