Het metabool syndroom en de cardiovasculaire gevolgen

Door op 01-06-2017
  • 00Inleiding
  • 01Het metabool syndroom
  • 02 
  • 03Atherosclerose
  • 04Inflammatie van buikvet en de lever
  • 05Systemische inflammatie
  • 06Insulineresistentie
  • 07Dyslipidemie
  • 08Hypertensie
  • 09Cardiovasculaire orgaanschade
  • 10Klinische presentatie
  • 11Diagnostiek
  • 12Behandeling
  • 13Conclusie
  • 14Reacties (0)

Samenvatting

Het metabool syndroom oftewel de clustering van abdominale obesitas, hoge bloeddruk, hyperglykemie en dyslipidemie is een veelvoorkomend toenemend gezondheidsprobleem en een belangrijke risicofactor voor diabetes en hart- en vaatziekten. De onderliggende mechanismen zijn complex en multifactorieel met een belangrijke rol voor inflammatie. Voordat hart- en vaatziekten manifest worden, zijn er meestal al (microvasculaire) afwijkingen in hersenen, hart (linkerventrikelhypertrofie) en nieren (albuminurie). Subklinische schade is daardoor een goede marker voor een hoger cardiovasculair risico. Tijdige opsporing van hoogrisicopatiënten is van belang, omdat afwijkingen vaak nog reversibel zijn. Leefstijlinterventie vormt de hoeksteen van de therapie, maar blijkt in de praktijk lastig langere tijd vol te houden. De preventie van overgewicht en obesitas is en blijft daarom een van de grootse uitdagingen voor de gezondheidszorg wereldwijd.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Tjeerdema, N.
Thema Nascholingsartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 1 juni 2017
Editie FocusVasculair - Jaargang 2 - editie 2 - Editie 2, 2017

Leerdoelen

  • Het metabool syndroom betreft de clustering van abdominale obesitas, hoge bloeddruk, hyperglykemie en dyslipidemie.
  • Voordat hart- en vaatziekten manifest worden, zijn er meestal al (microvasculaire) afwijkingen in hersenen, hart (linkerventrikelhypertrofie) en nieren (albuminurie).
  • Subklinische schade is een goede marker voor een hoger cardiovasculair risico.
  • Tijdige opsporing van hoogrisicopatiënten is van belang, omdat afwijkingen nog reversibel zijn.
  • Ondanks dat leefstijlinterventies in de praktijk moeilijk blijken vol te houden, blijven ze de hoeksteen van therapie.