Een stenose van de arteria carotis interna komt voor bij ongeveer 15% van de patiënten met een TIA of een herseninfarct. Op basis van de stenosegraad wordt beslist of een patiënt in aanmerking komt voor een carotisendarteriëctomie (CEA), of dat deze met optimale medicamenteuze therapie (OMT) alleen behandeld kan worden. Kenmerken van de plaque zelf wegen nog niet mee in deze beslissing. Vanuit de cardiologie deed eind jaren tachtig van de vorige eeuw het concept van de kwetsbare plaque zijn intrede. Hierbij geven specifieke plaquekarakteristieken een verhoogd risico op een nieuw cardiovasculair event. Bij een carotisplaque zijn deze karakteristieken goed met MRI weer te geven. Bij patiënten met een TIA of herseninfarct wordt hiervan alleen nog in studieverband gebruikgemaakt om te bepalen of deze plaquekarakteristieken ook de uitkomst van de behandeling (CEA of alleen OMT) voorspellen. Ook doen dynamic contrast enhanced MRI-technieken hun intrede om de inflammatoire activiteit van de plaque beter te onderzoeken. Of dit een rol speelt in het recidief risico van patiënten is nog niet bekend.
Auteurs |
Velzen, T.J. van
Nederkoorn, P.J. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 17 september 2019 |
Editie | FocusVasculair - Jaargang 4 - editie 3 - Editie 3, 2019 |