Veneuze trombo-embolie (VTE) is een veelvoorkomende complicatie bij patiënten met kanker. Tot enkele jaren geleden was laagmoleculairgewichtheparine (LMWH) de behandeling van eerste keus vanwege het lagere recidief risico ten opzichte van vitamine K-antagonisten. Sinds 2018 hebben meerdere gerandomiseerde onderzoeken aangetoond dat directe orale anticoagulantia (DOAC's) een acceptabel alternatief zijn voor de meeste patiënten met kanker en een acute VTE. In vergelijking met LMWH zijn DOAC's geassocieerd met een lager risico op een recidief VTE, maar een hoger risico op een bloeding. Voor de optimale behandeling moet per patiënt het risico op een recidief worden afgewogen tegen het risico op een bloeding aan de hand van tumortype, nierfunctie, trombocytengetal en mogelijke medicatie-interacties met systemische kankertherapie. Ook de behandelduur verschilt per patiënt en kan variëren van zes maanden tot levenslang. In dit overzichtsartikel bespreken wij aan de hand van een casus de overwegingen voor type antistolling, dosering en behandelduur van kankergerelateerde VTE.
Auteurs |
Guman, N.A.M.
Bosch, F.T.M. van Es, N. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 10 maart 2022 |
Editie | FocusVasculair - Jaargang 7 - editie 1 - Editie 1, 2022 |
Na het bestuderen van dit artikel: