Uveïtis is inflammatie van (een deel van) de uvea (vaatvlies, straalvormig lichaam en iris) van het oog. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen infectieuze en niet-infectieuze uveïtis. De niet-infectieuze ziekten betreffen vrijwel altijd auto-immuun vasculitis, waarbij onderscheid gemaakt kan worden tussen ziekten die beperkt blijven tot het oog (zoals 'birdshot'-retinitis) of vasculitis in het kader van een systeemaandoening (zoals sarcoïdose). Zelden is sprake van een intraoculair lymfoom. Vaak wordt geen specifiekere diagnose gesteld en spreken we van een idiopathische uveïtis. De behandeling van niet-infectieuze uveïtis vindt in eerste instantie lokaal plaats met corticosteroïden, in de vorm van druppels of parabulbaire of intraoculaire injecties. Bij onvoldoende werkzaamheid of aangetoonde systemische ziekte, wordt systemische behandeling ingezet. In eerste instantie wordt dan gekozen voor prednison en wanneer dit onvoldoende kan worden afgebouwd of onvoldoende werkzaam is, steroïdsparende therapie, zoals methotrexaat, mycofenolaatmofetil of biologicals, waarbij adalimumab de eerste keus is. Bedreiging van het centrale zien leidt tot snellere opschaling van de therapie. Een goede samenwerking tussen oogarts en (vasculair) internist is hierin van essentieel belang.
Auteurs |
Valke, L.L.F.G.
van Huet, R.A.C. van den Hoogen, L. Rongen, G.A. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 21 september 2021 |
Editie | FocusVasculair - Jaargang 6 - editie 3 - Editie 3, 2021 |
Na het bestuderen van dit artikel: