Zorg voor patiënten met trombo-embolische ziekten laat zich niet simpelweg vertalen in het voorschrijven van antistollingsmedicatie. De complexiteit wordt voor een belangrijk deel verklaard door de uitbreiding van het arsenaal aan antistollingsmedicatie, het ontbreken van kennis en ervaring met (nieuwe) antistollingsmedicatie en een toenemend aantal oudere patiënten met multimorbiditeit. Daarnaast is de zorg rondom dit dossier complexer doordat er bij de behandeling van een patiënt vaak verschillende disciplines betrokken zijn: huisarts, SEH-arts, medisch specialisten, apotheker en, bij gebruik van vitamine K-antagonisten, de trombosedienst. Het feit dat een aanzienlijk deel van potentieel vermijdbare medicatieschade in ziekenhuizen toe te schrijven is aan antistollingsmedicatie benadrukt de noodzaak een organisatiestructuur neer te zetten waarbij samenhang en afstemming in deze keten geborgd zijn.
Auteurs | Mairuhu, A.T.A. |
---|---|
Thema | Interdisciplinaire vasculaire zorg |
Publicatie | 20 maart 2018 |
Editie | FocusVasculair - Jaargang 3 - editie 1 - Editie 1, 2018 |