Veel patiënten met angina pectoris blijken geen obstructief coronairlijden te hebben. Hoewel vroeger vaak gedacht werd dat deze mensen het niet aan hun hart hadden, weten we tegenwoordig dat coronaire vaatdisfunctie een belangrijke oorzaak is van de klachten bij deze zogenoemde ANOCA- (Angina and No Obstructive Coronary Arteries) patiënten. Er zijn verschillende endotypen van coronaire vaatdisfunctie te onderscheiden zoals coronaire microvasculaire disfunctie (CMD) en coronairspasmen. Vroege atherosclerose, chronische inflammatie en endotheeldisfunctie vormen de belangrijkste pathofysiologische mechanismen. Het stellen van de diagnose is essentieel voor het identificeren van patiënten met een verhoogd cardiovasculair risico, en voor de keuze van de behandeling. Diagnostiek vindt bij voorkeur plaats door middel van een invasieve coronaire functietest, waarmee zowel het endotype CMD als coronairspasme gediagnosticeerd kan worden. Het afstemmen van de antiangineuze medicatie op het afwijkende endotype leidt tot een verbetering van klachten en kwaliteit van leven. Daarnaast zijn gezien de pathofysiologie cardiovasculair risicomanagement en leefstijladviezen essentieel in de behandeling.
Auteurs |
Konst, R.E.
Jansen, T.P.J. Hartzema-Meijer, M. Maas, A.H.E.M. Meeder, J.G. Damman, P. van Royen, N. Elias-Smale, S.E. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 18 juni 2021 |
Editie | FocusVasculair - Jaargang 6 - editie 2 - Editie 2, 2021 |
Na het bestuderen van dit artikel: