De behandeling van ernstige bloedingen bij gebruik van anticoagulantia is veranderd door de komst van directe orale anticoagulantia (DOAC’s). Bloedingen zijn heterogeen in ernst en prognose en lang niet altijd is een specifiek antidotum nodig. De huidige richtlijnen zijn niet gebaseerd op onderzoeken met klinische eindpunten, maar op data waarbij het antidotum in staat blijkt om stollingstesten te normaliseren. Het is nog de vraag of snel normaliseren van de bloedstolling ook leidt tot een betere klinische uitkomst. Vitamine K-antagonist-gerelateerde bloedingen worden gecoupeerd met vitamine K en protrombinecomplex concentraat (PCC). De rol van PCC bij de DOAC-gerelateerde bloedingen wordt op dit moment onderzocht. Voor dabigatran is idarucizumab als antidotum sinds 2015 beschikbaar. Voor de andere DOAC’s is er op dit moment een specifiek antidotum in ontwikkeling.
Vanwege de verhoogde incidentie van trombotische complicaties na een bloeding mede als gevolg van mogelijk protrombotische effecten van antidota zelf, wordt geadviseerd deze middelen alleen in te zetten bij levensbedreigende bloedingen.
Auteurs |
Bavalia, R.
Coppens, M. |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 22 maart 2018 |
Editie | FocusVasculair - Jaargang 3 - editie 1 - Editie 1, 2018 |