Koolhydraten, hyperinsulinemie en het insulineresistentiesyndroom

Door op 20-03-2019
  • 00 
  • 01Inleiding
  • 02Pathofysiologie
  • 03Oorzaken
  • 04Gevolgen
  • 05Diagnostiek
  • 06Behandeling
  • 07Conclusie
  • 08Reacties (0)

Samenvatting

De afgelopen 50 jaar is consumptie van bewerkt voedsel met geraffineerde koolhydraten sterk toegenomen en is het gebruik van verzadigd vet afgenomen. Door een verstoorde balans tussen honger en verzadiging en het alom beschikbare voedselaanbod worden steeds meer tussendoortjes gebruikt. Glucose- en insulinespiegels kunnen daardoor een groot deel van de dag verhoogd zijn, wat bijdraagt aan vetopslag en het ontstaan van insulineresistentie (IR). Leververvetting met een atherogeen lipidenprofiel draagt bij aan atherosclerotisch vaatlijden, voordat hyperglykemie ontstaat. IR is vaak heel lang subklinisch aanwezig, waarbij de duur en mate van IR of koolhydraatintolerantie verschillen per persoon. De behandeling bestaat primair uit gevarieerde voeding met natuurlijke vetten, eiwitten en slechts een beperkte hoeveelheid vezelrijke complexe koolhydraten. Door maximaal drie keer per dag te eten kan het lichaam overgaan op vetverbranding, waarbij ketonen als brandstof worden gebruikt. Deze aanpassing in de voeding biedt kansen voor betere preventie en behandeling van diabetes mellitus type 2 en atherosclerotisch vaatlijden en zal naar verwachting voor een sterke reductie in zorgkosten en gebruik van medicatie zorgen.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Sijpkens, Y.W.J. ,
Ramautar, S.
Thema Nascholingsartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 20 maart 2019
Editie FocusVasculair - Jaargang 4 - editie 1 - Editie 1, 2019

Leerdoelen

  • Een overmaat aan vooral geraffineerde koolhydraten in de dagelijkse voeding ligt ten grondslag aan hyperinsulinemie en het IR-syndroom.
  • IR is de belangrijkste oorzaak van obesitas, diabetes mellitus type 2, hypertensie, atherosclerotisch vaatlijden en mogelijk ook sommige maligniteiten en dementie.
  • IR is vaak langdurig subklinisch aanwezig en kan voorspeld worden door een positieve familieanamnese, toename van gewicht, buikomvang en vetmassa, daling van HDL, stijging van glucose, HbA1c, C-peptide, insuline, ALAT, gamma-GT, ferritine, urinezuur en triglyceriden en een bovengemiddelde coronaire calciumscore.
  • IR kan behandeld worden door herwaardering van natuurlijke vetten en eiwitten in combinatie met gebruik van louter complexe vezelrijke koolhydraten, intermitterend of verlengd vasten en meer beweging.
  • Voedingsketose door vetverbranding gaat gepaard met meer energie en alertheid en heeft mogelijk een meerwaarde in de aanpak van ernstige IR, inflammatoire aandoeningen en dementie.